Amnesty: Israel moet stoppen met het lastigvallen van Palestijnse mensenrechtenactivisten

Arrestant Anas Barghouthi

Een Israelische militaire rechter heeft woensdag de vrijlating op borgtocht gelast van de Palestijnse advocaat Anas Barghouthi (30), die onder meer werkt voor Addameer, de organisatie die zich het lot van Palestijnse gevangenen aantrekt, zowel in Israelische gevangenissen als in gevangenissen van de Palestijnse Autoriteit. Barghouthi, die op 13 september was gearresteerd bij een Israelisch checkpoint, was beschuldigd van lidmaatschap van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina. Onder de Israelische militaire wetgeving is lidmaatschap van Palestijnse politieke organisaties een misdaad. De militaire rechter oordeelde echter dat het bewijsmateriaal tegen Barghouthi, dat bestond uit verklaringen van andere gevangenen, niet overtuigend genoeg was om hem vast te houden. Nadat zijn familie donderdag 12.000 shekel (2400 euro) borgtocht hadden betaald, kon hij donderdag de gevangenis verlaten.
De mensenrechtenorganisatie Amnesty International heeft intussen en verklaring uitgegeven waarin Israel wordt opgeroepen de beschuldigingen tegen Barghouthi helemaal te laten vallen.
Philip Luther, directeur van Amnesty's programma voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika noemde Barghouti's vrijlating positief, maar voegde eraan toe dat Barghouthi om te beginnen nooit vervolgd hadden mogen worden. Luther noemde het onacceptabel dat Israel activisten blijft vervolgen en lastigvallen omdat zij op vreedzame wijze opkomen voor de mensenrechten. 'Deze vrijlating zou een eerste stap moeten zijn voor de autoriteiten om het lastigvallen van Palestijnse verdedigers van de mensenrechten te staken,' aldus de Amnesty-directeur.
De arrestatie van Barghouthi past namelijk in een patroon, zo meldt ook Amnesty. Vooral Addameer is al een tijdje het slachtoffer van Israelische pogingen de organisatie het leven onmogelijk te maken. Op 11 december 2012 werd het kantoor van Addameer in Ramallah, tegelijk met de kantoren van twee andere NGO's door Israelische troepen overvallen, waarbij computers, dossiers met gegevens en ander materiaal werd ontvreemd terwijl de kantoren overhoop werden gehaald.
 De voorzitter van Addameer, Abdullatif Ghaith, die in Oost-Jeruzalem woont, lijdt al sinds 2011 onder een Israelisch verbod om de Westoever te bezoeken, wat hem vanzelfsprekend ernstig hindert bij de uitoefening van zijn functie.          
Op 23 september, een week na de arrestatie van Anas Barghouthi werd ook Samer Arbid gearresteerd, de boekhouder van Addameer. Hij zat in voorarrest tot 21 oktober en werd vervolgens veroordeeld tot vier maanden administratieve detentie, een gevangenisstraf zonder vorm van proces, waarvan de reden ervan niet bekend wordt gemaakt. De administratieve detentie kan overigens ook zonder opgaaf van redenen eindeloos worden verlengd.  
Een andere activist van Addameer, researcher Ayman Nasser, is net, op 21 oktober, vrijgelaten na iets meer dan een jaar in een Israelische gevangenissen te hebben doorgebracht. Hij werd opgepakt op 15 oktober 2012 en een maand later veroordeeld wegens het lidmaatschap van de het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) en het bijstaan van politieke gevangenen. Nasser heeft die beschuldiging van lidmaatschap van het PFLP altijd ontkend, wèl was hij aanwezig geweest bij de jaarlijkse herdenking van Abu Ali Mustafa, de secretaris-generaal van het PFLP die in het jaar 2001 in zijn kantoor in Ramallah met een Israelische raket vanuit een helikopter werd  vermoord. Nasser zei dat hij tijdens de periode waarin hij werd verhoord, was gemarteld.